Cursus Windows 10 (Client)

CMD basics

De opdrachtprompt is de command-line-interface van Microsoft Windows. De opdrachtprompt maakt het mogelijk het besturingssysteem aan te spreken met tekst.

CMD kun je terugvinden in het start-menu.
Op deze steeds met “Run as Administrator” dan heb je steeds rechten om alle commands uit te voeren.

Windows waarschuwt uiteraard als je “Run as Administrator” gebruikt:

Zo ziet het CMD venster eruit als hij is opgestart:

Hier volgt een lijst met enkele basiscommando’s om je op weg te helpen met CMD.

Het is aangeraden van hier vooral regelmatig eens mee te experimenteren.

Navigeren in CommandPrompt:

  • Dir Dit commando laat je de inhoud van de huidige map (directory) zien.
    • Variaties: dir /p (per pagina)   Dir /w (Wide).
  • cd.. Met dit commando ga je 1 directory terug.
    Variatie: cd / Hiermee ga je rechtstreeks naar de root (c:\).
  • D:  Met dit commando ga je naar de  D:\ drive.
  • mkdir Hiermee maak je een nieuwe map (directory) aan.
  • cls Staat voor Clear Screen en geeft je een leeg scherm.
  • Ren [foldername] [newfoldername] Hiermee geef je een map een nieuwe naam.
  • Copy [sourcepath] [destination path] Met dit commando kopieer je een bestand.
  • Xcopy [sourcepath] [destination path] Met dit commando kopieer je een map met de inhoud.
  • Del ([target] Hiermee wis je en bestand.
    Variatie: Del/h om een verborgen bestand te wissen
  • RD [target] Het commando om een map te wissen.

Een programma starten vanuit CMD:

  1. Navigeer naar de map met het programma
  2. Type de naam van het .exe bestand in die map

Belangrijke commando’s in CMD:

  • Help Opent de help-file van CMD.
  • Ipconfig Geeft je de IP info van je huidige toestel.
    Ipconfig /all Geeft je meer details ivm de IP ifo.
  • Ipconfig /displaydns Geeft je de DNS cache (vertalingen tussen IP en naam) weer.
  • Ipconfig /flushdns Hiermee maak je de DNS cache leeg
  • Route print Met dit commando vraag je de routing table van de PC op.
    Variant : Netstat-r Dit geeft hetzelfde resultaat
  • Netstat Laat de open TCP sessies van je PC zien
  • Nslookup Hiermee kun je de DNS naamresolutie gebruiken
  • Whoami Hiermee kun je zien met welke gebruiker je bent ingelogd en welke de computernaam is van je huidige toestel.
  • Ping [IP] Test de connectiviteit tussen twee systemen.
  • Tracert [IP] Hiermee kun je de route zien van source naar destination over een network.
  • Ctrl + C  staat voor ‘Abort’. Handig als een command in CMD vast hangt of teveel tijd vergt.