DigTools_De leerboom

De leerboom is een grafische voorstelling van het hele leertraject.
Deze opstellen gaat in 4 fasen:

  1. Leerdoelen bepalen (wortels waaruit specifieke kennis moet groeien: appelboom? pruimenboom? kersenboom?)
  2. Basiskennis uitwerken (de stam die een solide basis vormt om op verder te bouwen)
  3. Uitbreidingen (de vertakkingen die weggaan van de stam maar wel relevant blijven)
  4. Extra’s (de bladeren die seizoensgebonden zijn en niet in elke job relevant gaan zijn)

Fase 1: De wortels: Leerdoelen bepalen.

Je leerdoelen bepalen welke uitkomst het hele leertraject voor de cursisten moet hebben. Willen we iemand opleiding om dakpannen te leggen, of brood te bakken, of om auto’s te repareren? Welke kennis is nodig om deze taken uit te voeren? Waarop moeten we verderbouwen?

Een leerdoel formuleer je best met de zin: “na deze cursus (of les) [ kun je / weet je ] [ een specifieke uitkomst ]”.

Bijvoorbeeld:

  • “Na deze cursus kun je een Cisco router configureren“.
  • “Na deze cursus kun je dakpannen leggen”
  • “Na deze cursus weet je de verschillen tussen brooddeeg, sandwichdeeg en gebakdeeg”

Leerdoelen worden ingedeeld in 3 categorieën:

1. Kennis

Navertellen, Benoemen, Opnoemen, Opsommen

2. Inzicht

Verbanden leggen, Verschillen aangeven, Omschrijven, Vergelijken, Argumenteren

3. Toepassing

Maken, Ontwerpen, Schrijven, Uitvoeren, Toepassen in een praktijksituatie

Fase 2: De stam:

Aan de hand van je leerdoelen heb je een bepaald curriculum opgesteld met de nodige informatie en vaardigheden. Dit wordt gezien als de basiskennis in je cursus. Dit is het traject dat elke cursist moet doorlopen en onder de knie moet hebben om te kunnen slagen. We bekijken het als instructies hoe de ‘wortels’ van onze leerboom moeten groeien. Ook bekijken we hoeveel tijd we willen spenderen aan specifieke onderdelen en hoe deze op elkaar voortbouwen?

We weten ruwweg dat de bakker in spe de verschillen tussen allerlei degen moet kennen en specifieke gebakjes moet kunnen maken maar nu moeten we dit in meer detail uitwerken en verfijnen. De bakker moet met allerlei toestellen en machinerie leren werken, de bakker moet kunnen multitasken om zowel brood als sandwiches als taarten op de juiste tijdstippen klaar te krijgen rekening houdend met de baktijden en beperkte beschikbaarheid van ovens en ander materieel. De bakker in spe zal stapsgewijs bepaalde kennis en ervaring moeten opdoen om een sterke “basis” uit te werken voor diens job als bakker.

Fase 3: De takken:

Soms is er een extra module nodig om de informatie of praktijk uit de stam aan te vullen en te verduidelijken. Dan wijkt men even van de stam af, om er nadien terug op in te pikken. Dit zijn nog steeds modules die moeten, maar eerder ter aanvulling van de hoofdzaak.

Onze bakker moet leren werken met een speciaal soort oven (of een ander toestel) voor specifieke gebakjes te bakken. Dit wijkt af van het standaardtraject maar is nog steeds relevant om nadien succesvol als bakker tewerk te gaan. Immers een bakker die enkel brood kan bakken en geen sandwiches, pistolés of gebak gaat niet veel volk trekken naar diens bakkerij!

Fase 4: De bladeren:

Dit zijn zijsporen die extra informatie bieden. Dit zijn geen verplichte paden en zullen niet door iedereen worden behandeld. Ze zijn ook niet voor iedereen even relevant. Dit zijn eerder de ‘indien tijd over’ modules voor degenen die aan een sneller tempo leerstof verwerken.

De bakker in spe kan bijvoorbeeld een extra cursus volgen om gelaagde bruidstaarten te bakken en versieren. Dit is niet relevant voor de bakker om de hoek, maar wel voor een ambitieuze of grootschalligere bakkerij. En het is een leuk extra’tje om je in te verdiepen als je reeds perfecte broodjes kan bakken!

Of denk aan de kinesist die een extra cursus wil volgen om therapie te geven voor zwangere vrouwen, of om accupunctuur naalden te leren steken. Dit is géén basiskennis die elke kinesist moet bezitten maar wel een leuk extra’tje voor hen die interesse hebben (of sneller klaar zijn met je cursus).

We geven hieronder een voorbeeld:

Fase 1: De leerdoelen:

Kennis: Na de cursus kunnen de cursisten alle componenten van een netwerk benoemen.
Inzicht: Na de cursus kunnen de cursisten beargumenteren waarom een bepaalde setting gebruikt wordt.
Toepassing: Na de cursus kunnen de cursisten een klein netwerk ontwerpen.

Fase 2: De basiscursus:

Fase 3: Nodige zijtakken:

Fase 4: Niet verplichte inhoud:

Opdracht: Probeer zelf een leerboom op te stellen voor de cursus die je momenteel geeft of eentje die je gegeven hebt. Je werkt in groepjes. Nadien bespreken we de resultaten per groepje. (maximaal 20 minuten).