Via twee opdrachten laten we je in dit hoofdstuk nadenken over wat jou energie geeft en wat energie wegneemt. Je mag de antwoorden van deze opdrachten noteren op een wit papier.
Opdracht 3 – energiegevers en energienemers
Stap 1: Verzamel bepalende momenten in je leven.
Hierbij alvast een aantal vragen die je kunnen helpen om te bepalen welke momenten je wil vermelden in je “energiegrafiek”.
Stap 2: plaats je bepalende momenten op een energiegrafiek
Op de x-as noteer je je leeftijd. Op de y-as noteer je hoeveel energie je had. Je ziet hieronder een voorbeeld hoe een energiegrafiek er kan uitzien.
Wat waren jouw hoogtepunten en wat waren moeilijkere periodes? Plaats ze op de grafiek.
Stap 3: wat zijn je energiegevers en energienemers?
Nu je de energiegrafiek hebt opgemaakt, denken we verder na over de momenten die je zonet in kaart hebt gebracht.
Voldoende aandacht besteden aan je ‘energiegevers’ is belangrijk. Je zoekt best in je professionele leven (maar ook daarbuiten) een goede balans tussen zaken die je energie kosten en die je energie opleveren. Wanneer je heel veel taken of activiteiten hebt die ‘energievreters’ zijn voor jou, kan dit leiden tot negatieve stress.
Als je kijkt naar de hoogtepunten in je jobverleden, welke momenten/taken gaven jou dan energie?
Noteer dit in je trainingsbundel.
NB: Een taak geeft jou energie als:
– je zin hebt in de taak en er plezier aan beleeft
– je er helemaal in opgaat, gefocust bent, en de tijd vergeet
– je je energiek, blij, tevreden en voldaan voelt na het volbrengen van de taak (omdat je je sterktes hebt kunnen inzetten)
Als je kijkt naar je jobverleden, welke momenten/taken kostten jou dan energie? Noteer ook dit in je trainingsbundel.
NB: Een taak kost jou energie als:
– je geen zin hebt in de taak en er geen plezier aan beleeft
– je snel afgeleid bent en de tijd voorbij kruipt
– je je na afloop vermoeid voelt (omdat je je sterktes niet hebt kunnen inzetten). Of je bent opgelucht dat de taak afgelopen is.